Cor
Psycholancechauffeur
Cor is getrouwd, heeft twee zoons en schoondochters, en twee kleinkinderen. Naast het werk bij de doktersdienst, dat hij al 23 jaar doet, werkt hij sinds 2021 bij Ambulancezorg Groningen op de psycholance. Ook geeft hij reanimatietrainingen aan medisch geschoolden en heeft hij een EHBO vereniging opgericht. Cor heeft het boek “Huisartsenchauffeur met een knipoog” geschreven en een dichtbundel in de Groninger streektaal. Volgend jaar gaat hij met pensioen.
‘Het doel van de psycholance is om personen met psychiatrische problematiek op een menselijke manier te vervoeren, zodat zij de hulp kunnen krijgen die nodig is. De overheid heeft de psycholance ooit in het leven geroepen om zoveel mogelijk te voorkomen dat deze mensen met handboeien om achterin een politiebusje terechtkomen. Dit om de spoedambulance en de politie te verlichten, maar vooral omdat mensen met psychiatrische problematiek gewoon mensen zijn met een ziekte. Als iemand die de realiteit kwijt is in een politiecel belandt, wordt het daar vaak alleen maar erger van. Het is belangrijk dat deze mensen zo snel mogelijk op een plek komen waar ze de juiste hulp kunnen krijgen.
In sommige gevallen is de politie al aanwezig, bijvoorbeeld wanneer iemand agressief is naar de omgeving. En dan is het uiteraard belangrijk dat de politie voorkomt dat er gewonden vallen en dat zij ervoor zorgen dat ze zelf veilig kunnen werken. Maar wij proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat er politie bij betrokken wordt. Soms werkt een uniform namelijk averechts en heel vaak kalmeren mensen als ze ons zien. Omdat ze dan toch ergens weten dat ze geholpen worden.’
‘Deze doelgroep valt vaak buiten de boot. Personen worden sneller aan hun lot overgelaten omdat drugs- en alcoholmisbruik ook vaak een rol spelen. Dankzij de enorm lange wachtlijsten hebben deze cliënten alle kans om te ontsporen. Maar iedereen heeft recht op de juiste zorg. Daar hebben de overheid en de instanties nog grote stappen in te zetten. Dat is mijn drijfveer, waarom ik dit werk wilde doen. Ik vind het belangrijk dat de mensen uit deze verwaarloosde doelgroep de hulp krijgen die ze verdienen en nodig hebben en daar wil ik graag bij helpen.’
Prikkelarme omgeving
‘Gemiddeld genomen hebben de psychiatrisch verpleegkundige en ik zo’n drie tot vier ritten op een dag. Maar het is altijd heel verrassend hoe de dag eruit zal zien. Het is hollen of stilstaan. Via de meldkamer in Drachten krijgen wij de opdrachten door en dan vertrekken wij van onze post op de Gotenburgweg. Het kan een psycholoog zijn die vervoer aanvraagt, maar ook de politie die ergens ter plaatse is en onze assistentie nodig heeft. De overeenkomst met een gewone ambulance is dat wij ook zo snel mogelijk ter plaatse zijn. Want het is belangrijk dat iemand die in de war is zo snel mogelijk uit de situatie is. Vaak is er veel aandacht voor wanneer iemand verward is of afwijkend gedrag vertoont. Dat publiek is voor de verwarde persoon niet helpend.
Hoewel onze ambulance er hetzelfde uitziet aan de buitenkant als een standaard ambulance, gebruiken wij geen licht en geluid. Achterin hebben we wel een brancard voor liggend vervoer en een extra stoeltje voor begeleiding. Verder is het een uitgeklede ambulance. Er zit geen medische apparatuur in. Er zijn geen flikkerende lichtjes of piepjes om zo de omgeving prikkelarm te houden. Onderweg bespreek ik met mijn collega de casus, zodat we voorbereid aankomen en daarop kunnen inspelen. Ik zorg ervoor dat we netjes en veilig komen waar we moeten zijn en bedien de brancard als dat nodig is. De verpleegkundige zorgt voor de cliënt en ik assisteer waar mogelijk. Mensen die psychiatrische problemen hebben zoeken zelf soms hun gesprekspartner uit. Dan willen ze bijvoorbeeld wel met mij praten, maar niet met mijn collega. Ons gezamenlijke doel is om de mensen op een zo menselijk mogelijke manier op de juiste plek te krijgen.’
Je hebt veel geduld nodig
‘Grotendeels doen we geplande ritten met de psycholance, waarbij een cliënt bijvoorbeeld van de ene naar de andere instelling overgeplaatst wordt. Of het gaat om mensen die dementeren en zodanig in de war zijn dat het voor hen niet meer veilig is om thuis te wonen. Dat zijn altijd erg schrijnende situaties. Soms wonen mensen al vijftig jaar in hun huis en dan moeten ze er toch uit. Dit is een heel andere tak van sport dan de reguliere ambulance. Als er een somatisch probleem is, dan is er meestal acuut iets aan de hand. Iemand is gewond en moet zo snel mogelijk naar de eerste hulp. Op de psycholance heb je veel geduld nodig en je krijgt de tijd om mensen goed te begeleiden. Want eerst moet je het vertrouwen winnen of zien door te dringen tot iemand. Want meestal zijn ze de realiteit verloren. De psychiatrisch verpleegkundige heeft vaak veel werkervaring in de psychiatrie en soms zijn ze ook al bekend met de cliënt. Dat helpt enorm.’
Iedereen kan in psychische nood komen
‘De cliënten in deze doelgroep komen vaak negatief in het nieuws. Mensen denken dan al gauw, “daar heb je weer zo’n gek”. Of ze kijken niet verder dan de agressie die iemand laat zien. Terwijl het juist belangrijk is om te begrijpen waarom iemand zich zo gedraagt, wat het achtergrondverhaal is. Want vaak hebben personen met onbegrepen gedrag allerlei trauma’s en is het erg ingewikkeld. Als je je verdiept in het verhaal kom je vaak misbruik en geweld tegen in de jeugd, of ouders die ook alcohol en drugs gebruiken.
Maar er zijn een heleboel oorzaken waardoor iemand in psychische nood kan komen. Trauma’s en psychische problemen komen in alle lagen van de bevolking voor. Wij komen net zo goed bij succesvolle ondernemers als bij mensen in verwaarloosde huizen. Het kunnen dementerende ouderen zijn, maar je kunt ook in een gezin terechtkomen waar een kind ontspoort is en zich heeft opgesloten in de badkamer. Dat is ook iets waar je mee te maken hebt in dit werk: voor ouders en familieleden zijn dit soort situaties ontzettend belastend. Daar heb je empathie voor nodig. Het kan al enorm helpen om iemand even een schouderklopje te geven en te zeggen dat wij het over nemen en dat ze even tot zichzelf kunnen komen. Want vaak spelen dit soort problemen al jaren.’
Omdenken
‘Het werk is niet altijd makkelijk. Hoewel het doorgaans wel aardig lukt, is het niet altijd eenvoudig om tot iemand door te dringen. Soms verstoppen mensen zich of klimmen ze op het dak. En je komt regelmatig schrijnende gevallen tegen. Een jong meisje met diepe wonden in de polsen die roept dat ze dood wil, of een suïcidale vluchteling met een pasgeboren baby, helemaal alleen. Dat raakt je toch. En dat moet ook, want anders heb je het verkeerde beroep. Na al die jaren in de zorg heb ik geleerd hoe ik dat weer los moet laten, en hoewel sommige situaties langer blijven hangen, slijt het ook altijd weer. Ik ben niet zo’n prater, maar op de terugweg bespreek je wel altijd met je collega wat we meegemaakt hebben. Daar wordt het toch makkelijker van. Het is mooi dat je ook bij de organisatie terecht kunt als je daar wel last van hebt.
Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel. Soms gaan dingen juist veel makkelijker dan je van tevoren denkt. Zo moesten we eens een oude Groningse boer vervoeren die verplicht moest worden opgenomen omdat hij dementerend was. Die stond met een stok in huis en sloeg iedereen die binnenkwam. Toen ben ik naar binnen gelopen alsof ik hem al jaren kende en een vriend van hem was. Groningse jongens onder elkaar. Hij liep zo met me mee. Het is in dit vakgebied belangrijk dat je een slim plannetje maakt en weet hoe je kunt omdenken. En dat je blijft leren en je vakkennis up to date blijft. De organisatie speelt daar een belangrijke rol in door actief goede scholing aan te bieden. Daar hebben we met de hele organisatie baat bij. Wij zijn dan wel een radertje in het grote geheel, maar je voelt daardoor wel dat je er samen voor staat.’